Tip •  17/06/2022

“De warme dagen zullen de mais goed doen”

Something went wrong. Please try again later...
Bezoek_Maisproefveld_Sint_Lievens_Esse  

Bezoek aan het Pioneer-maisproefveld Sint-Lievens-Esse om de plantdichtheid en jeugdgroei te bepalen

Op het Pioneer-maisproefveld te Sint-Lievens-Esse zijn de maisplanten ondertussen volop aan de groei. Het veld werd ingezaaid op 24 april en staat nu felgroen. Samen met regionaal medewerker Jo Van der Donck kijken we wat de eerste verwachtingen zijn voor dit seizoen. Aan de hand van enkele bezoekmomenten volgen we de ontwikkeling van de mais op. Zo krijg je als bedrijf of landbouwer een goed overzicht van zaai tot oogst.

Plantdichtheid bepalen


Jo Van der Donck: “Als eerste bepalen we de plantdichtheid door de maisplanten te tellen na opkomst. Ideaal doe je dit ongeveer 6 weken na zaai. Als landbouwer kan je de plantdichtheid controleren door het aantal planten te tellen over een afstand van 13.3m. Het beste is om in 3 verschillende rijen te tellen over 13.3m. Het aantal getelde planten vermenigvuldig je dan met 10.000.”
“Noteer die resultaten. Kleine verschillen in plantenaantal zijn nauwelijks waar te nemen met het blote oog. Meten is weten. Een uitval van 10 % is daarbij normaal. Zaaien op 95.000 kan dus uitkomen op 86.000 pl/ha. Wanneer je uiteindelijk de opbrengst kent per hectare na oogst, kan je altijd eens gaan terugkijken naar de resultaten van die eerste telling. Ook is het belangrijk dat de planten in de rij op regelmatige afstand van mekaar staan. Heb je op bepaalde plaatsen openingen en verder in de rij dubbele planten, dat kan nefast zijn voor de opbrengst”.

Jo Van der Donck (Regionaal Medewerker Pioneer) telt de maisplanten in de rij over een afstand van 13.3m.
Jo Van der Donck (Regionaal Medewerker Pioneer) telt de maisplanten in de rij over een afstand van 13.3m.
Jo Van der Donck (Regionaal Medewerker Pioneer) telt de maisplanten in de rij over een afstand van 13.3m.
Jo Van der Donck (Regionaal Medewerker Pioneer) telt de maisplanten in de rij over een afstand van 13.3m.

Plantdichtheid bepalen


Jo Van der Donck: “Als eerste bepalen we de plantdichtheid door de maisplanten te tellen na opkomst. Ideaal doe je dit ongeveer 6 weken na zaai. Als landbouwer kan je de plantdichtheid controleren door het aantal planten te tellen over een afstand van 13.3m. Het beste is om in 3 verschillende rijen te tellen over 13.3m. Het aantal getelde planten vermenigvuldig je dan met 10.000.”
“Noteer die resultaten. Kleine verschillen in plantenaantal zijn nauwelijks waar te nemen met het blote oog. Meten is weten. Een uitval van 10 % is daarbij normaal. Zaaien op 95.000 kan dus uitkomen op 86.000 pl/ha. Wanneer je uiteindelijk de opbrengst kent per hectare na oogst, kan je altijd eens gaan terugkijken naar de resultaten van die eerste telling. Ook is het belangrijk dat de planten in de rij op regelmatige afstand van mekaar staan. Heb je op bepaalde plaatsen openingen en verder in de rij dubbele planten, dat kan nefast zijn voor de opbrengst”.

Vogelschade

Van der Donck:“We hebben dit jaar toch wel wat vogelschade gehad. De mais heeft even stilgestaan door de droge en koude meimaand, waardoor vogels langer de tijd hadden om de plantjes aan te vallen. Toen de regen kwam, is alles terug beginnen groeien. Ik ben benieuwd naar de komende weken. De warme dagen deze week zullen de mais goed doen. De mais onder folie staat wél al een stuk verder. Die is nochtans maar met 6 dagen verschil ingezaaid. Deze techniek is als een verzekering tegen dergelijke weersomstandigheden.”
Op de foto rechts de mais onder folie. Jo Van der Donck:"De mais onder folie staat wél al een stuk verder. Die is nochtans maar met 6 dagen verschil ingezaaid".

Bepaling van jeugdgroei

Samen kijken we verder naar de jeugdgroei van de maisplanten. De jeugdgroei wordt waargenomen vanaf het 6de tot 9de bladstadium, vaak tussen 1-15 juni. Van der Donck: “We kijken naar de grootte van de plant, de breedte van de bladeren, de kleur en meer groene massa. Daarvoor geven we een score: 5 staat voor een slechte jeugdgroei, 9 voor een zeer goede jeugdgroei. Bepaling van de jeugdgroei is nuttig omdat we vaak toch wel verschillen zien tussen de rassen. Maar de score is ook relatief: een plant die kleiner is, maar wel mooi groen staat, krijgt soms een hogere score. En op het einde van de rit telt natuurlijk de opbrengst.”

Afhankelijk van de zaaidatum en het groeiseizoen start begin juli de vrouwelijke bloei. Dat is ons volgende bezoekmoment.